Vergoeding pensioen van hovenier J. Dekin

Regering der Stad Brussel - 2de Afdeling
Rep. N° 4769 - Object

29 november 1823

Aan de heeren leden van de Commissie van den Botanieken hof te Brussel

Het is aan U Edele niet onbekend dat de Regeringsraad, de voorstellen goedkeurend dewelke wij hem nopend den heer J. DEKIN voormaligen opperhovenier van den botanikenhof, gedaan hebben, een jaarlijks pensioen van retraite van 350 gulden ten zijnen voordeele tegestand had.

Daar de opperste autoriteit, aan de sanctie wier deze dispositie heeft moeten onderworpen worden ons ten dien opzigte eenige objectien gedaan heeft, hebben wij onze briefwisseling moeten uitbreiden en bij herhaling zijne goedkeuring solliciteren.
Ofschoon er tot heden dien opzigte nog niets volkomen bepaald is, komen wij nochtans krachtens eene depeche van de Deputatie der Staten van den 15den dezer maand, gemagtigd te worden van aan de

[pagina 2]
Weduwe DEKIN moeder van den gemelden hovenier eene voorafbetaling van vijftig gulden te doen en Wij hebben, ingevolge, de eer van U E hier nevens het mandaat van het beloop dien som de welke uit de stadskas betaalbaar is toe te zenden, U Edele aanzoeken van er haar gedeeltelijk in zekere tusschen ruimtend, en op de wijze die U E de botanielijksche zult oordeelen, de remise wel willen van te doen.

De Burgemeester en schepenen [ondertekend] L. de Wellens
P. F. E. Cuylen [secretaris]

[pagina 3]
La commission du musée à Bruxelles
[stempel stad Brussel] Sigillum Magistratus Oppidi Bruxellensis

Date: 
Samedi, 29 novembre, 1823 - 00:00
Écrit par: 
Burgemeester van Brussel, baron Louis de Wellens
Adressé à: 
De leden van de commissie van de botanische tuin
Image: