Uitnodiging vergadering 2 juni

[nieuwe notatie] 024

‘s Gravenhage den 7 mei 1828
N° 124

Aan Den Hooggeleerden Heer A. Quetelet
Hoogleeraar bij het Koninklijk Athenaeum te Brussel

Ingevolge de magtiging mij door Zijne Majesteit gegeven, en in overeenstemming met den Heer President der Commissie, benoemd bij ‘s Konings besluit van den 13 April ll N° 100, heb ik de eer hier nevens aan U Hooggeleerde, als mede lid van gemelde Commissie, te doen toekomen de Punten van overweging, over welke de Commissie is verzocht Haar advies aan Zijne Majesteit zich te brengen.

Ik neem tevens de vrijheid U Hooggeleerde uit te noodigen, om zich op maandag 2 Junij aanstaande alhier te U Hage [afkorting] te bevinden. De Commissie zal op dien dag hare werkzaamheden aanvangen en hare zittingen houden in de vertrekken van de eerste

[Pagina 2]
Kamer der Staten Generaal.

Voorts heb ik de eer U Hooggeleerde bij deze kennis te geven, dat het Zijne Majesteit heeft behaagd, bij besluit den 27 April ll. N° 116, den Heer Mr. A.G.A. VAN RAPPARD, commies bij mijn Departement en als zoodanig werkzaam bij de Administratie voor het Onderwijs, de Kunsten en Wetenschappen te benoemen en aanstelling tot secretaris der Commissie.

Ik verzoek U Hooggeleerde, bij vernieuwing de verzekering te willen aannemen mijner onder[?] gevoelens.

De Minister van Binnenlandse Zaken.
[ondertekend] Van Gobbelschroy