Beslissing tot de oprichting van het observatorium

[pagina 1]

Ministerie van Binnenlandsche zaken

Onderwijs, Kunsten en Wetenshappen

N° 23

Onderwerp

Observatorium te Brussel

’s Gravenhage den 17 juny 1826

Ik heb de eer aan U Ed[el] Achtb[are] bij deze te doen toekomen afschrift in dato 8 dezer maand n° 107 waarbij door Zijne Majesteit zijn aangenomen de aanbiedingen die blijkens het aan mij door den Heer WALTER inspecteur generaal voor het Onderwijs overgezonden proces verbaal van 9 February 1826 door den stedelijken raad ten behoeve van de oprigting voor een observatorium voor de sterrekunde in uwe stad zijn gedaan en waarbij voorts de daarstelling van zoodanige obsservatorium op wederzijdsche kosten de helft van wege het rijk en de helft van stadswege is bevolen.

Ten gevolge van dit besluit schrijf ik op heden aan den Heer

Aan heeren burgmeester en schepenen der stad Brussel

[pagina 2]

QUETELET van wier het eerste aanzoek tot oprigting van het observatorium afkomstig is en die over de meest geschikte wijze van inrigting van een tot obsevatorium geschikt gebouw vele onderzoekingen heeft gedaan van hem uit te noodigen om zich tot met de zamenstelling van een plan van inrigting bezig te houden.

Ik schrijf ook op heden aan den Heer WALTER om hem volgens het daartoe door hem gedane aanbod uit te noodigen om zich met den Heer QUETELET zoo over dit plan als over eene begrooting van kosten te verstaan.

Beide de gemelde Heeren worden verder uitgenoodigd om het ontwerp en de begrooting van kosten aan U Ed[el] Achtb[are] te doen toekomen en verzoek ik U Ed[el] Achtb[are] die aan mij in te zenden met bijvoeging van uwe aanmerkingen indien daartoe stof mogt zijn gevonden en van Uwe voostellen nopens de wijz[e] van uitvoering der werkzaamheden.

De Administrateur voor het Onderwijs, de Kunsten en Wetenschappen

Van Ewijck