Pensionering Delhaye, promotie Quetelet, nieuwe leraar Dirick

[hoofding] N° 140 [latere notatie in potlood] 006

De Minister van Binnenlandsche Zaken.

Gezien eene voordragt van deze Raad van Bestuur van het Athenæum te Brussel, dd 6 dezer, ingezonden door den Heer President van dien Raad, in dato 10 dezer, ter benoeming van den Heer QUETELET (tot hier toe leeraar voor de beginselen der wiskunde) tot professor voor de hoogere wiskunde en voor de anderen daar aan verbonden vakken, op een jaarwedde van f. 1800 [florijnen] boven zijn aandeel in de schoolgelden, en van den Heer DIRICK, candidaat in de wis-en-natuurkundige wetenschappen, tot leeraar der elementaire wiskunde, op eene jaarwedde van f 1 200,-, boven zijn aandeel in de schoolgelden met last om van die jaarwedde en van dit aandeel der schoolgelden jaarlijks te beginnen met het schooljaar 1826-1827, het vierde gedeelte uit tekeeren aan den voormaligen leeraar DELHAYE, zijn leven gedurende, ingevolge het Ministerieel besluit van 9 october 1819 : wordende tevens door den Raad van Bestuur kennis gegeven, dat, en op welke wijze, voorzien is in de achterstallige uitkeering, aan den Heer DELHAYE toekomende sedert October 1824.

Heeft goedgevonden en verstaan, bij het Athenæum te Brussel te doen de navolgende benoemingen te weten :

1) Van de Heer QUETELET (Adolphe) voornoemd als professor voor de hoogere wiskunde en de daar aan verbonden vakken, op de boven vermelde voordeelen

2) Van de Heer DIRICQ voornoemd als leeraar der
[pagina 2]
elementaire wiskunde, op boven vermelde voordeelen en last.

Zullende daarvan bij afschrift dezer kennis worden gegeven

1) Aan den Raad van Bestuur voornoemd, belast met de uitvoering onder uitnoodiging om opgave te doen van den voornaam of de voornamen, als mede van den ouderdom van den Heer DIRICK.

’s Gravenhage den 19 Juny 1826

(Geteekend) L. Van Gobbelschroy

Voor kopy konform,
De President van den Raad voor Bestuur van het Athenæum te Brussel
[getekend] J.G. Van Hooghten