Berichten van de Nederlandse Academie

[moderne notatie in potlood] 004

Aan Den Heer Ad. Quetelet
Te Brussel

’s Gravenshage Mei 1826

[Weled.] Heer !

Uw schrijven van den 21 dezer is mij wel geworden. Ik heb met veel genoegen gezien uwe zorg om de geleende voortbrengselen van Nederland aan vreemdelingen bekend te maken.

De door U gewenschte berigten omtrent de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem, zullen U niet beter kunnen geworden, dan door de Heer M. VAN MARUM, secretaris derzelve, die volgaarne aan uwen wensch zal voldoen.

Wat betreft de werken van het Nederlandsch Instituut, dezelve zullen misschien door U gevonden worden bij de Koninklijke Akademie van Weten-

[pagina 2]
Schappen en Fraaije letteren te Brussel, of bij de Bibliotheek in het Oude Hof aldaar; zouden dezelve, in het tegengesteld geval, niet door genoemde Akademie kunnen worden aangeschaft? De Heer DEWEZ zou u daarin misschien van dienst kunnen zijn.

Ontvang, Weled. Heer, de verzekering mijner meeste achting.

De Administrateur voor het Onderwijs, de Kunsten & Wetenschappen
[ondertekend] Van Ewyck

[pagina 3]
Aan Den Heer Ad. Quetelet
Te Brussel
[restant van een lakzegel]

Date: 
Mercredi, 31 mai, 1826 - 00:00
Écrit par: 
D.J. Van Ewyck, administrateur général de l’Instruction publique
Adressé à: 
A. Quetelet
Image: