Verbod op nieuwe gebouwen rond het observatorium

[pagina 1]

2b[ure]el

Kt 1.2 N° C. 453

Kunsten & wetenschappen

Observatorium te Brussel

Beantwoordt by appostelen gebragt onder aan de brief van 24 maart wb. N° 1206/C. 381

D’Heere MOREAU CAUFERUS

Brussel, den 25 maart 1828

Bij missive van 11 dezer, hebben Heeren Gedeputeerde Staten aan U E[del] A[chtbare] ter beantwoording van U E[del] A[chtbare] missive van 27 february U N°807, onder andere eenige aanmerkingen medegedeeld, nopens de bouwingen welke men van voornemen zoude zijn in de nabijheid van het observatorium alhier opterigten.

Als een gevolg deze missive en ter voorkoming van alle ongemakken welke de werkzaamheden van dit belangrijk gesticht zouden kunnen ontmoeten, acht ik, ter kwijting mijner pligt, aan U E[del] A[chtbare] eenige uitleggingen te moeten vragen omtrent zekere toelating of autorisatie door U E[del] A[chtbare]: onlangs verleend of nog te verleenen om bouwingen opterigten op zekere gronden welke in den tijd door de stad zouden verkocht geweest zijn in de nabijheid van het observatorium onder voorwaarde van op de zelve slechts op eenen zekeren afstand van den weg te bouwen, terwijl volgens de hierboven gemelde toelating of autorisatie de koopers zouden gegrond zijn onthand tegen dezen weg te bouwen, waardoor het horizon van het observatorium wel zoude kunnen verminderd worden.

Volgende de door mij ingenomen inlichtingen zouden meergemelde gronden

[pagina 2]

zich moeten bevinden langs den weg loopende van de Lovensche poort naar den toren van Schaerbeek en die als eene verlenging van het gedeelte des kringwegs, bekend onder den naam van Rue des Arts kan beschouwd worden.

Ik heb de eer U  E[del] A[chtbare] te verzoeken mij te willen doen kennen of eene der gelijke autorisatie door U E[del] A[chtbare] is toegestaan geweest en zoo ja welke de redenen zijn geweest om van de eerst opgelegde voorwaarden af te zien, terwijl in het ander geval ik U E[del] A[chtbare] moet uitnoodigen om voorlopig deze autorisatie niet te verleenen

De Gouverneur ad interim,

Huysman d’Annecroix