Verbod op gebouwen rond het observatorium

[pagina 1]

2de bureil
N° 807/245
Observatorium
Maatregelen om het selve van alle verhinderingen te bevryden

Brussel, den 27 february 1828

Ed[ele] G[root]Achtb[are] heeren, by rapport onder dagteekening van dan 16en dezer maand en ten vervolge van eene door de stadsbouwmeester met den heere professor QUETELET onlangs plaats gehad hebbende samenspraak komen wij onderrigt te worden dat alles doet voorzien dat den hre VAN GOETHEM en de erfgenamen van Juff. DE BIE eigenares van gronden tegen over het noord ’s voorgevel van het Observatorium in optimmering by de Schaerebeeksche poort gelegen willens zijn daarvan bij verkooping in laten en om er op te bouwen te beschikken en dat er ook zoude kwestie zijn van in de nabijheid van opgemeld gesticht een buskruid magazijn op terigten.
Daar het is herkend geworden dat de uitvoering dezer beide punten aan voorzeid etablissement zeer nadeelig zoude wezen uit rede 1° dat bij het 1ste geval het oprigten van gebouwen ter meergenoemde plaats verhindering van de vrije beschouwing

[pagina 2]

die hier omtrent noodig zijn zoude kunnen toebrengen, en 2° dat het ter andere zeer aanbelangend is van zoo een kostelijk gebouw dan dat waarvan het hier de reden is tegen van alle gevaren tegen den brand te beveiligen terwijl dat bij de oprigting van een buskruid magazijn in de nabijheid van het Observatorium  alle de deswege te nemene maatregelen van voorzorg zouden nutteloos wezen worden dien ten vervolge hebben wij noodig geacht en haasten wij ons het vorenstaande hierbij ten kennis van U E[del] G[root]acht[bare] te brengen hun verzoekende het zelve te willen in aanmerking nemen, en na zich met ons te hebben overtuigd hoe zeer het in de belangen onzer administratie noodig is, dat men zich van de uitvoering van de onderhevige zaken tegenstelde zulker ter hunner zijde te willen beletten bij de weigering van alle vragen die hun tot voorzeiden einde later mogten ingediend worden mits [vierden] van de gemeente besturen welke het ondergarige hooge aangehuwde ook mogte aangaan, de daartoe noodige instructien te willen voorschrijven.

[getekend]

de burgemeester