Voltooing van de werken aan het Observatorium

[pagina 1]

 

2de bureau

N° 4271

e. 1406

Oprigting van het observatorium        

 

Brussel, den 30en augustus 6en September 1828

Wij hebben de eer gehad te ontvangen u hooged[el] gest[elde] missive van den 23en deze K2s N°559, waarbij ons wordt kennelijk gemaakt dat de heer Administrateur voor het Onderwijs, de Kunsten en Wetenschappen door Zijne Majesteit is belast geworden om ons uittenoodigen tot het zoo veel mogelijk bespoedigen der voltooying en in orde brenging van het hier ter stede in constructie zijnde observatorium, onder opmerking tevens dus indien, gelijk het schynt, de vroeger bekende som van f. 20000; voor de daarstelling van dat gebouw niet voldoende is het gouvernement niet vermeent zich zich boven de reeds door hem voor het zelve verleende som van f. 10000 met geene verdere te gemoetkomingen niet vermeent te moeten inlaten en dat gevolgelijk het lokaal ten koste van de stad behoort voltooyd te worden, aangezien het gouvernement het de op zich heeft genomen en de jaarwedde van den astronomus QUETELET in de eerste aankoop der werktuigen op het observatorium benoodigd.

In antwoordt zullen wij ons de eer geven u hooged[el] gest[elde] te informeren dat wij niet zoo ijverig verlangen dan in staat te zijn het gebouw voor het observatorium der nationaal een monument geheel ten voordeel der wetenschap moet strekken spoedig ten laste der stad te kunnen voltooyen voltooyd te zien, maar wij vinden ons verplicht u hooged[el] gest[elde] op nieuw aandachtig te maken dat de veelvuldige werken die onze administratie ondernomen heeft mitsgaders de verbazende subsidien welke zijn ter gemoetkoming der gestichten van weldadigheid en anders openbare instellingen jaarlijks behoort uittekeren alle hun middelen zoodanig uitputten dat het haar thans volstrekt onmogelijk is om te voorzien in  

Aan den heer Staatsraad gouverneur van Zuid-Braband

 

[pagina 2]

 

het geen tot het in orde brengen van het observatorium nog vereischt wordt, zoo als u hooged[el] gest[elde] het zal onwaren uit onze missive van heden en den hier bijgevoegd situatie staat het rapport betrekkelijk onze administratie ’s finantiële gesteldheid welk op deze toegezonden geweest aan U U E[del] G[estelde] is.

Wij weten dat het Zijne Majesteit goedgunstig heeft behaagt en wij kunnen hoogst dezelve daar voor niet genoeg erkentelijk zijn de jaarwedde van den astronomus QUETELET ad. F. 4000 in de aankoop van menige werktuigen ten dienste van het observatorium voor rekening van den staat te verklaren wij zoude zeer gaarne niets willen onbeproefd laten om de werkzaamheden in de sterrekunde ten spoedigste in gang te brengen, maar de steeds aangrooyende lasten die de stad zoo deerlijk blijven drukken het verminderen van hare inkomsten ten vervolge het nieuw systeem voor de inning der regten op de bier fabrikagien zijn alle redenen welke ons niet toelaten om op nieuwe geldschietingen bedacht te zijn.

De uitgaven welke tot het voltooyhen van het meergemeld gebouw als nog zullen moeten gedaan worden zullen na alle waarschijnlijkheid komen te staan op de som van f. 40000 volgens een oppervlakkige berekening welke wij daar van hebben doen bewerkstelligen u hoog ed[el] gest[elde] zoude ons uiterlijk verplichten door van hare veelvermogende pogingen bij het gouvernement gebruik te maken ten einde het zelve zich nog voorschreve som nog op zich neme uit aanmerking voor al dat het observatorium veel eer als een ’s Rijks dan wel een stedelijk etablissement aanschouwd moet worden  welk voor de uitbreiding der kunsten en wetenschappen over het gehele koninkrijk verstrekken zal.

 

[pagina 3]

 

Gelieft hooged[el] gest[elde] heer, de verlegenheid waar wij ons ten opzichte onze middelen en vermogen bevinden in u hoog ed[el] gest[elde] wijsheid rypelijk te overwegen en vervolgens oordeelen of wij wel zonder de andere deelen van den der openbaren dienst hier der toetebrengen aan het door Zijne Majesteit geuit verlangen voldoen kunnen hoe groot ook onzen wensch en begeerte daartoe zijn moge kan

Deze brief stoond op het punt om te worden geexpedieerd wanneer toen wij u hoog ed[el] gest[elde] herrinnerings missive van den 4en der lopende maand hebben tegemoet gezien en waar op wij als nog zullen antwoorden dat het ons zoo als uit het vorenstaande voortvlooit onmogelijk is te voorzien tegen wanneer de werktuigen welke zich te Londen en te Parys bevinden op het in constructie zijnde observatorium zullen kunnen geplaatst worden alzoo deze werken nich niet verre van voltooyd zijn en dat de stad geene middelen bezit om daarin te voorzien.

Datum: 
zaterdag, 6 september, 1828 - 00:00
Geschreven door: 
Louis de Wellens, burgemeester van Brussel
Gericht aan: 
Philippe Huysman d'Annecroix
Image: 

Archief: