- Nederlands
- English
- Français
[pagina 1]
2de bureau
N°
Observatorium
Brussel, den 20 maart 1829
Alzoo de terugkeering van het gunstige jaargetijde ons de verpligting oplegt de noodige maatregelen te nemen voor de hervatting en voortzetting der werken die nog moeten worden uitgevoerd het zij in het bijzonder belang der openbare verfraayingen het zij in dat der verschillende vakken van onderwijs kunnen wij niet afzijn de welwillende tusschenkomst van U HoogEdelGestelde interoepen aangaande de tegemoetkoming die wij tot dat einde van het gouvernement hopen te erlangen.
Bij de gevoerde briefwisseling ten aanzien der voltrekking van het observatorium hebben wij de schaartheid der geldmiddelen van onze administratie doen kennen als mede de onmogelijkheid waar in zij zich voor het tegenwoordige bevindt om daartoe nieuwe fondsen aantewijzen wij hebben tot dat einde de eer gehad aan Heeren Gedeputeerde staten der provinvie overtemaken de deliberatie welke de Regerings raad in den loop der maand november l[aatst]l[eden] dienaangaande had genomen en welke ten oogmerk had de ongenoegzaamheid onzer geldmiddelen aan het gouvernement te doen kennen en om aan het zelve de noodige hulpmiddelen te vragen ter voltrekking van dit zoo belangrijk monument.
Alle inlichtingen die ons na dien tijd dien aangaande deswege zijn gevraagd geworden
Gouverneur Gedeputeerde staten van Zuid-Braband
[pagina 2]
zijn insgelijks bezorgd geworden en wij wachten met vol vertrouwen de [deeised] af welke aangaande het voorwerp van ons verzoek zal worden genomen.
Vuriglijk verlangende dit doel te bereiken en zoo spoedig mogelijk ons in staat te zien gesteld die werken te kunnen doen hervatten komen wij bij deze U Hoog Edel Gest[elde] verzoeke, wel te willen opnieuw hare pogingen aanwenden bij de coneernerende overheid met voerste ten einde de fondsen die ons daartoe onvermijdelijk noodig zijn zoo dra mogelijk ter onzer beschikking worden gesteld.
Wij moeten insgelijks U H[oog] E[del] G[estelde] in bemerking geven dat de stad almede zeer kostbare werken moet doen uitvoeren aan de gebouwen van het voormalige hotel der financien tot het in gereedheid brengen der lokalen bestemd voor twee onderscheidene scholen voor kinderen van beide kunnen en dat ingevolge de vertrouwelijke mededeeling die wij deswege van den heer Administrateir voor het Onderwijs, de Kunsten en Wetenschappen bij brief van den hebben ontvangen, wij ten naasten bij zekerheid bekomen hebben dat het gouvernement ons voor ieder der opgemelde scholen en subsidie van 4000 guldens zal verleenen. Zij insgelijks voor ieder der gezegde scholen het subsidie verwacht van 4000 g[uldens] waar van melding wordt gemaakt in de missive va U H[oog] E[del] G[estelde] d[e] d[ato] 20 juny 1828 K. 2 N° R 900. (il y a des lettres qui disent qu l’a)
Om aldus insgelijks in staat te zijn onmiddellijk deze gewigtige werken te kunnen ten uitvoer brengen geven wij ons almede de eer U H[oog] E[del] G[estelde] te verzoeken ook darvan wel het voorwerp te willen maken eene missive aan zijn Excellentie den heere
[pagina 3]
Minister van Binnenlandsche Zaken ten einde wij de spoedige beschikking over deze subsidien mogen erlangen.
De Burgmeester